De verplichte sabbatical van ‘even helemaal niks’

Waar ik het meeste bang voor ben? Een toename aan psychische problematiek wanneer we weer alles kunnen én moeten van onszelf. Begin 2020 had ik iedereen voor gek verklaart wanneer mij werd verteld dat dit de laatste feestjes, etentjes en vakanties zouden zijn. Voor velen een jaar om snel te vergeten. Cliënten kampen met een bore-out; ze zijn ziek van verveling. 

Deze verveling verbaast mij. Ondanks dat we niks kunnen, moeten we ook een stuk minder. Wat we vergeten is dat deze verplichte sabbatical ons ook veel goeds kan doen. Ik sluit dan vanzelfsprekend de ondernemers die in zwaar weer zitten uit.

Voorheen sprak ik cliënten met chronisch tijdsgebrek. Ze wilden ontspannen, lezen, met het gezin zijn, thuiswerken en vooral: ‘even helemaal niks’. 2020 heeft deze gebeden verhoord. Dit is ook meteen het punt. Het ‘even helemaal niks’ is nu een verplichting. Het móét en laten we daar nu net allergisch voor zijn.

Netflix is inmiddels uitgespeeld. Partner-lief is maandenlang 24/7 in de buurt en daardoor een stuk minder leuk. Het thuisonderwijs is eigenlijk lastig te combineren met je eigen werk en de keukenstoel ,wat de vaste thuiswerkplek is geworden, zit een stuk minder lekker. Moeilijk om positiviteit te vinden in deze tijden. Toch zijn er wel degelijk gunstige factoren te vinden.

Eindelijk hebben we tijd om écht te reflecteren op het leven en te leven vanuit intuïtie. Je hoeft je niet schuldig te voelen wanneer je een hele dag je gevoel volgt en in bed blijft liggen. Je hoeft je niet schuldig te voelen als je een heel weekend niet buitenkomt en de bezorger van thuisbezorgd inmiddels je voornaam kent. Dit is je kans om na te denken over nieuwe doelen en dromen. Achterstallig zelf-onderhoud wordt nu prioriteit. Hoe fijn is dat! Helemaal up to date zijn wanneer alles weer kan en mag. 

De grote uitdaging is natuurlijk hoe je dit kunt vasthouden als je weer in je gewone leven terugkomt. Wie weet gaan we de lockdown soms nog missen. Tijd voor ‘even helemaal niks’ is er nu immers voldoende.