Wanneer niezen opeens angst opwekt en handen schudden voor veel ongemak zorgt

Hier zijn we dan, inmiddels twee jaar verder. Langzaamaan gaan we in een slakkentempo terug naar ‘het oude normaal’ of beter gezegd: ‘het nieuwe normaal’.

Ik had goede hoop: wellicht verdwijnt het begroetingsritueel van het handen schudden voorgoed door de pandemie. Eindelijk weg van de te sterke en te lange handdrukken. Eindelijk weg van de drie kussen die hierna vaak volgen. Helaas is niets minder waar. Het ritueel komt terug en erger nog: het is ongemakkelijker dan ooit tevoren.

 

Een hand geven is de beste manier om elkaar af te tasten, letterlijk. Het creëert een gevoel van vertrouwen en ons brein toetst meteen wat voor vlees we in de kuip hebben. Ook zijn we na een handdruk meer geneigd om samen te werken. Het gaat alleen vaak mis en vooral die slappe of juist te stevige of klamme handdrukken worden opgeslagen in ons geheugen. Zo wist ik steevast op verjaardagen de oom met de te grote handen, te stevige handdruk, die me ook nog eens te lang aankeek, jaar op jaar, vakkundig te ontwijken.

De afgelopen weken merk ik nog iets extra’s bij dit door mij gehate ritueel: de twijfel! Geven we wel of geen hand? Toch een boks? Of misschien gewoon hallo zeggen? De twijfel maakt het ongemakkelijk. We weten inmiddels niet meer zo goed waar we aan toe zijn en dat is zelfs van invloed op dit oeroude ritueel. De oplossing? Uitspreken! Wanneer jij uitspreekt dat je een hand gaat geven, weet de ander waar hij of zij aan toe is en is de kou uit de lucht. Fijn! Dan nog even drie seconden de handdruk uitzitten (en natuurlijk meteen toetsen wat je eerste indruk is) en het is weer achter de rug.

Prima, dit vraagstuk is opgelost. Dit brengt me bij een vraagstuk waar ik voorheen minder moeite mee had: niezen.

 

Te pas en te onpas hoor ik mezelf verontschuldigen voor iets waar ik letterlijk niets aan kan doen. Waarom? Uit angst dat mensen denken dat ik corona heb, maar ook omdat niezen een soort signaal is geworden voor gevaar. Met een nies stoot je een wolk van zo’n 100.000 snot- en slijmdruppeltjes uit. Volgens onderzoek kunnen deze snotdruppels ongeveer vier meter ver komen. Deze informatie maakt de actie wellicht nog erger…

We niezen in het openbaar anders dan thuis. Dit met name omdat we niemand tot last willen zijn. Dit tot last zijn krijgt nog eens extra gewicht door de pandemie. Je wilt immers niemand besmetten. De oplossing? Je probeert het niezen te onderdrukken of in elk geval het geluid te beperken. Maar wat blijkt? Het niezen onderdrukken zorgt voor een nóg vreemder geluid. Niezen zonder geluid is erg lastig en het geluid heeft vrijwel geen functie. Wel blijkt dat dove mensen bijna niet met geluid niezen en dat extraverte enthousiaste mensen harder niezen.

Een echte oplossing voor dit vraagstuk is dus lastig te geven. Wel geeft het me momenteel in elk geval de ruimte om een grapje te maken over de hele gekke tijd die hopelijk bijna achter ons ligt.

Nieuw en nu online!